Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Wetenschap

Weer in de file? Dat hoeft straks niet meer

Foto ANP

Een zelfrijdende auto die naar eigen inzicht over de weg zoeft: het is comfortabeler én, beloven fabrikanten, veiliger. Maar robotauto’s zoals die van Google zullen hier niet gauw massaal rondrijden. Te duur en het mag nog niet van de wet.

Maar Nederland heeft helemaal geen robotauto’s nodig, zegt Theo Stevens, directeur van DITCM, een samenwerkingsverband voor ‘slimme mobiliteit’ in Helmond. Volgens Stevens moet een zelfrijdende auto veel afstand houden. Niet handig op onze overvolle wegen.

Wat in Nederland eerder op de weg zal verschijnen, zijn bestaande auto’s die met kastjes zijn uitgerust om met elkaar en de wegkant te ‘praten’. Zo kunnen ze slimmer op drukte en werkzaamheden anticiperen. Vier voorbeelden:

1. Slimme bestuurder

Neem de linkerrijstrook, dicteert je smartphone. Let op invoegers. Rij nu 70 kilometer per uur. ZOOF is een app die de bestuurder tijdens het rijden advies geeft. De app verwerkt informatie van mobieltjes in auto’s, lussen in de weg, gegevens van Rijkswaterstaat en straks van bakens die langs de A58 worden geplaatst.

Op de A67 in Brabant kun je al rijden met ZOOF. Vanaf januari ook op de A58 tussen Tilburg en Eindhoven. Op de A58 ontstaan vaak files omdat iemand onnodig hard remt, de spookfiles. ZOOF wil dat effect dempen.

2. Slimme weg

Spookfiles zijn te voorkomen als chauffeurs hun snelheid op tijd aanpassen. Met meer data kunnen ze dat beter. Dus worden in Noord-Brabant in de loop van 2015 langs de A58 om de 500 meter bakens geplaatst. Die communiceren met auto’s via WIFI-P, een wifivariant die gereserveerd is voor auto’s en sneller is dan GSM.

De bakens geven de locatie en snelheid van voorbijrijdende auto’s door, sturen berichtjes als een ambulance komt aanrijden, de weg glad is of een auto verderop hard remt. Auto’s moeten in de toekomst ook rechtstreeks met elkaar praten.

3. Slimme treintjes

Platooning heet de techniek die TNO ontwikkelt voor vrachtwagens. Het idee, zegt programmamanager Bastiaan Krosse, is dat een vrachtwagen zo’n tien meter achter een eerste vrachtwagen ‘plakt’. In de voorste vrachtwagen doet een chauffeur het werk; sturen en afremmen doet de volg-vrachtwagen autonoom. Door zo dicht achter elkaar te rijden, zou je zo’n 10 procent diesel kunnen besparen en nemen vrachtwagens minder ruimte in op de weg.

Voor platooning moeten sensoren in de vrachtwagens zitten waarmee de truck zijn omgeving aftast, kastjes waarmee twee vrachtwagens met elkaar communiceren en een systeem dat automatisch remt, gas geeft en stuurt. Een deel van de sensoren wordt steeds vaker standaard in nieuwe vrachtwagens gebouwd. Krosse:

“Alleen automatisch sturen moet nog verder ontwikkeld worden. Sommige vrachtwagens hebben al een lane keeping-systeem.”

4. Slimme auto

Het project dat het dichtst in de buurt komt van de zelfrijdende auto is het Dutch Automated Vehicle Initiative (DAVI) van TNO, RDW en de TU Delft. DAVI wordt een robotauto met sensoren en camera’s. Maar óók een auto die Nederlandse belangen dient, doordat hij kan anticiperen op het verkeer, kan communiceren én kan platoonen. Het project ging vorig jaar van start. DAVI zou 50 procent minder files opleveren en 20 procent energiebesparing.